Op maandag 21 oktober werd in Leuven de leerstoel ‘Belgian Parking Federation Chair’ aan de KU Leuven plechtig ingehuldigd.
Deze leerstoel, opgericht binnen het KU Leuven Instituut voor Mobiliteit, heeft als doel het onderzoek te bevorderen naar de relatie tussen stedelijke groei in middelgrote steden en veranderende mobiliteitspatronen en -beleidsmaatregelen.
Mensen en economische activiteiten concentreren zich steeds meer in stedelijke gebieden. Toch is dit een proces dat ongelijkmatig verloopt. Eén van de meest opvallende kenmerken van deze ongelijke verstedelijking is dat – althans in de Europese context – grote steden zoals Londen, Parijs en Barcelona uitzonderingen blijven, eerder dan de norm te worden. Er is een groeiend gevoel dat secundaire en tertiaire steden zoals Heidelberg, Aalst, Fontainebleau en Girona op veel vlakken beter presteren. Naarmate de toegangsbeperkingen in grotere steden strenger worden, kunnen secundaire en perifere steden fungeren als een soort “park-and-ride”-knooppunten van waaruit men toegang krijgt tot de grootstad. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de huidige en toekomstige stedelijke mobiliteit, en meer specifiek voor de rol van de auto en parkeergewoonten in stedelijke omgevingen: de realiteiten en het beleid kunnen sterk verschillen naargelang het type stad.
Tegen deze achtergrond streeft dit onderzoeksproject twee doelstellingen na:
• het systematisch kwantificeren, verklaren en voorspellen van stedelijke evoluties binnen de Europese Unie, waarna
• deze worden gekoppeld aan huidige en toekomstige mobiliteitspatronen en mobiliteitsbeleid in steden.
Het eerste deel van dit doctoraal onderzoeksproject zal zich richten op het systematisch in kaart brengen, verklaren en voorspellen van stedelijke veranderingen in Europa. Het doel is om het buikgevoel over het relatieve succes van secundaire steden empirisch te toetsen door middel van een gedetailleerde kaart van stedelijke transformaties. Het tweede deel bouwt hierop voort door deze bevindingen te koppelen aan huidige en toekomstige mobiliteitspatronen en -beleidsmaatregelen. Het methodologisch uitgangspunt is het actuele enthousiasme rond ontwikkelingen in machine learning en data-analyse. Zoals hieronder toegelicht, zijn beide delen (1) expliciet met elkaar verweven en dus even cruciaal voor het behalen van de doelstellingen van het project, maar (2) vereisen ze verschillende expertisegebieden uit verschillende faculteiten.
Dit onderzoeksproject is uniek omdat het op twee vlakken grenzen verlegt. Enerzijds draagt het bij tot het kwantificeren en verklaren van stedelijke veranderingen in Europa en de verwachte impact hiervan op mobiliteit en mobiliteitsbeleid. Anderzijds verlaagt het de drempel voor betrokkenheid van stakeholders door expliciet gebruik te maken van ontwikkelingen in verklaarbare artificiële intelligentie, waardoor Interparking scenario’s voor een onzekere mobiliteitstoekomst kan begrijpen via tegenfeitelijke analyses.